Deze NBA-handreiking beschrijft een werkwijze voor inzage in controledossiers van de openbaar accountant (hierna te noemen accountant) door de Belastingdienst rekening houdend met de relevante wet- en regelgeving.

Een verzoek om inzage in een controledossier door de Belastingdienst dient door betrokken partijen met zorgvuldigheid te worden behandeld. De accountant en de Belastingdienst zijn gebonden aan de relevante wet- en regelgeving zoals de Algemene wet bestuursrecht (AWB) en de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Daarnaast is de accountant ook gebonden aan relevante bepalingen zoals opgenomen in de Wta en het Bta voor de wettelijke controle, en de VGC.

Per 16 december 2009 is de tot dat moment geldende gedragscode na overleg met het NIVRA en de NOvAA door het ministerie van Financiën ingetrokken (besluit CPP2009/2346M). In de toelichting op het intrekkingsbesluit staat:

"Controlemedewerkers van de Belastingdienst voeren jaarlijks vele boekenonderzoeken uit. Om hun taak zo efficiënt en effectief uit te voeren, maken zij daarbij onder andere gebruik van de werkzaamheden die door de accountants in het kader van de wettelijke, statutaire of vrijwillige controle zijn uitgevoerd.

Een controlemedewerker kan om inzage in een controledossier verzoeken. De controlemedewerker vraagt daarbij aan de accountant om een toelichting op de dossierstukken, zodat de controlemedewerker deze in het juiste perspectief kan plaatsen. De controlemedewerker gaat vervolgens na in hoeverre hij kan steunen op de werkzaamheden van de accountant en welke werkzaamheden hij zelf nog moet uitvoeren."

Onder punt 2 van het intrekkingbesluit wordt de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de openbaar accountant en de Belastingdienst bij de inzage in de controledossiers beschreven:

"De beroepsorganisaties NIVRA en NOvAA en de Belastingdienst onderschrijven, ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, het belang van vertrouwen en transparantie. Daarnaast heeft men begrip voor elkaars gerechtvaardigde belangen, ook als deze niet direct fiscaal van aard zijn."

Op grond van dit gezamenlijke uitgangspunt is gezocht naar een praktische invulling van de inzage in het controledossier. Deze handreiking beschrijft de werkwijze die volgt uit deze praktische invulling.