Onderzoeker Tjibbe Bosman over de rol van de accountant bij faillissementen

Over de betrokkenheid van accountants bij faillissementen is in Nederland amper betrouwbare data te vinden. Accountants doen ongeveer twintigduizend Wta-controles (onder toezicht via de Wet toezicht accountantskantoren) bij organisaties per jaar. Hoeveel van die organisaties gaan nu eigenlijk failliet? En bij hoeveel van die accountantsverklaringen is er een materiële onzekerheid over de continuïteit van de gecontroleerde onderneming? Op die vragen zoekt Tjibbe Bosman, als onderzoeker verbonden aan de Foundation for Auditing Research (FAR) en de UvA, het antwoord.
'Veel van zijn werk zie je niet'
9 december 2021
Peter Steeman
De beroepsgroep ligt regelmatig onder vuur als een onderneming failliet gaat zonder dat de accountant gewaarschuwd heeft. De redenering erachter is niet zonder logica. De accountant moet immers de economische getrouwheid van de jaarrekening controleren waarin door het management bijna altijd van continuïteit wordt uitgegaan. Ook in het rapport van de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) is een van de aanbevelingen dat accountants in de controle meer aandacht moeten besteden aan continuïteit. Er is een groot maatschappelijk belang mee gemoeid. Faillissementen veroorzaken veel economische schade. De onbetaald gebleven schulden door faillissementen wordt in Nederland op jaarlijks 4,4 miljard euro geschat.
Het FAR/UvA-onderzoek onder leiding van Bosman focust op de wijze van rapporteren van bedrijven die controleplichtig zijn in de drie jaar voor ze failliet gaan. Hoe zien die jaarrekeningen eruit? Hebben ze een controleverklaring van de accountant? Hebben ze überhaupt iets gedeponeerd? Om het antwoord op die vragen te vinden moet je in Nederland vissen met een groot net (zie kader). Anders dan in de ons omringende landen is deze data weliswaar openbaar te benaderen maar niet gratis voorhanden. Faillissementen zijn openbaar maar het lastige is dat zes maanden na de uitspraak de gegevens uit het Centraal Insolventieregister worden gewist. Een ander nadeel is dat going concern-verklaringen niet zichtbaar zijn in het digitale formaat dat de Kamer van Koophandel gebruikt voor het product standaard jaarrekening. Voor het onderzoek raadpleegde Bosman samen met collega's Merel van der Kuip en Wim Janssen daarom data afkomstig van Bureau Van Dijk, Company.info, de Kamer van Koophandel en Faillissementsverslagen.com, die hij combineerde met cijfers van de AFM Monitor en het CBS over een periode van 2012 tot en met 2020.
Wat zijn de belangrijkste bevindingen?
Bosman: "Uit cijfers van de AFM Monitor weten we dat in de periode 2012-2020 183.797 accountantscontroles plaatsvonden. 142.817 daarvan waren controles met een bekend oordeel. Van deze 142.817 Wta-controles weten we dus hoe vaak de accountant voor continuïteitsrisico's heeft gewaarschuwd in zijn verklaring. In dezelfde periode gingen volgens het CBS 44.388 bedrijven en organisaties failliet. Daar zitten ook kleine organisaties of stichtingen bij die niet controleplichtig zijn. Als je die eruit filtert houd je er 2.043 over. Daarvan zijn er 572 die in tenminste een van de drie jaren voorafgaand aan een faillissement aan de Wta-controleplicht moesten voldoen."
'Het aantal controleverklaringen dat wordt gedeponeerd neemt af naarmate een bedrijf dichter bij een faillissement is.'
"Het aantal controleverklaringen dat wordt gedeponeerd neemt af naarmate een bedrijf dichter bij een faillissement is. Twee jaar voorafgaand aan het faillissement worden nog 369 controleverklaringen gedeponeerd. In het laatste jaar voor een faillissement zijn dat er nog maar 62. Anders gezegd: van die 572 faillissementen zijn er dus maar 62 gevallen waar een accountant in het laatste boekjaar iets zegt over de continuïteit. In die hele zee van data vinden we in de periode 2012-2020 slechts 39 faillissementen met een non-going concern-verklaring voor het boekjaar voorafgaand aan het faillissement. Dat is 0,03 procent van de 142.817 accountantscontroles. Het komt dus heel weinig voor dat een bedrijf twaalf maanden na de balansdatum failliet gaat en tegelijkertijd voor de jaarrekening een 'schone' verklaring is afgegeven."
"We kunnen in dit onderzoek niet exact zien hoe de interactie is tussen de accountant en het management voorafgaand aan een faillissement. Dat is geen openbare informatie die je uit een database haalt. Je ziet wel toelichtingen van het management in de jaarrekening waarin duidelijk staat dat de accountant nog niet overtuigd is van de continuïteit. Er zijn situaties waarin het management een jaarrekening opstelt op basis van going concern en de accountant bedenkingen heeft en een afkeurende verklaring afgeeft. En in een klein aantal gevallen komen we situaties tegen waarin de accountant geen materieel continuïteitsrisico ziet. Maar zoals gezegd: dat geldt dus maar voor 39 van de 183.797 accountantsverklaringen die in deze negen jaar zijn afgegeven."
Was die uitkomst een verrassing?
"Ik had verwacht dat het om een laag aantal zou gaan. Accountants zijn van nature voorzichtig. Een minder goede uitkomst voor accountants is dat wanneer een controleverklaring voor het boekjaar voorafgaand aan het faillissement wordt gedeponeerd er in 63 procent van de 62 gevallen geen materiële onzekerheid in de controleverklaring is opgenomen. We vinden echter slechts voor 11 procent van de bedrijven een gedeponeerde controleverklaring voor het boekjaar voorafgaand aan een faillissement. Het kan zijn dat ze bij het opmaken van de cijfers vaststellen dat ze er niet meer uitkomen."
'De accountant heeft geen communicatiekanaal om de belanghebbende bij een onderneming op de hoogte te stellen van eventuele problemen.'
"Er zijn voorlopige jaarrekeningen waarin het management opneemt dat de accountant nog bezig is met de controle en het continuïteitsrisico, maar dat is een vrijwillige toelichting die je als accountant niet kan afdwingen. De meesten laten die toelichting van het management over de onzekerheid weg. Het lastige daarvan voor de jaarrekeninggebruiker of de belanghebbende is dat hij niet weet wat de reden is. Die kan denken dat ze gewoon een beetje laat zijn. De accountant kan geen uitsluitsel geven. Hij heeft geen communicatiekanaal om de belanghebbende bij een onderneming op de hoogte te stellen van eventuele problemen. Je zou willen dat hij kon zeggen: ik heb nog geen verklaring afgegeven want ik ben nog bezig met het continuïteitsrisico. Maar dat valt onder de geheimhouding. Dat mag alleen in de controleverklaring."
De speurtocht naar beschikbare data
Toegang krijgen tot de data die nodig was om een onderzoek naar de rol van de accountant bij faillissementen uit te voeren is geen eenvoudige opgave. "Er bestaat in Nederland gek genoeg geen centrale database waarin je controleverklaringen kan raadplegen", aldus Bosman.
"We zijn de enige van de ons omringende landen waar de data zo versnipperd beschikbaar is. In België heb je een centraal bestand waar alle jaarrekeningen gratis beschikbaar zijn om het handelsverkeer te stimuleren. In Duitsland wordt het beheerd door de rechtbank. Ook daar heeft iedereen toegang tot het digitaal dossier. In de UK kun je gratis Companies House raadplegen. In die landen zou ik de beschrijvende data voor mijn onderzoek vrij eenvoudig verkrijgen. In Nederland moet ik de database zelf construeren. Daar helpt de Foundation for Auditing Research, dat is een Nederlandse samenwerking van de negen grootste accountantskantoren en universiteiten die een RA-opleiding aanbieden. Ze beschikken over veel data en werken samen met Company.info en Bureau Van Dijk. Uiteindelijk hebben we zo data gekregen over meer dan 208.000 organisaties."
Kunnen we op basis van dit onderzoek de accountant een rapportcijfer geven?
"Helaas niet. Dat heeft te maken met de 88 procent van de wettelijke controleplichtige organisaties die in het boekjaar voorafgaand aan het faillissement geen vastgestelde en gecontroleerde jaarrekening heeft gedeponeerd. We kunnen in de openbare gegevens niet zien hoe de accountant daar heeft opgetreden. We zien in een aantal faillissementenverslagen dat er verwezen wordt naar een managementletter van de accountant. Die heeft bijvoorbeeld op tijd aangegeven dat hij aanvullende garanties van de bank wil hebben."
Accountantswisselingen in de jaren voorafgaand een faillissement, ben je die ook tegengekomen?
"We komen een aantal gevallen tegen waar een accountant een afwijkende verklaring geeft en het jaar daarop een andere accountant minder streng oordeelt. Als je een cliënt overneemt zou je moeten overleggen met de vertrekkende accountant. Wat waren de bevindingen? Dat collegiaal overleg is in Nederland niet verplicht. Er kan een goede reden zijn waarom het management van accountant wisselt. Zolang de accountantscontrole maar is afgerond. Als het management een lopende opdracht voor een wettelijke controle intrekt dan moet dat gemeld worden bij de AFM."
Het gaat maar in 0,03 procent van de afgegeven verklaringen mis. Maakt deze uitkomst een einde aan de discussie over de rol van accountants bij faillissementen?
"Het probleem is dat een heel klein aantal faillissementen voor een enorme schade zorgt. Kijk naar het omvallen van Imtech. Die schade loopt in de honderden miljoenen. Het is een black swan. De kans op zo'n gebeurtenis is heel klein, maar als het gebeurt heeft het een enorme impact. Daarom vormt het iedere keer de aanjager voor het maatschappelijk debat. Op zo'n moment gaan mensen twijfelen over de accountant. Veel van zijn werk zie je immers niet."
Wat zegt het onderzoek over de rol van management bij faillissementen?
"Het management krijgt van de maatschappij de gift van beperkte aansprakelijkheid. Daaraan is wel een voorwaarde verbonden: de plicht om transparant te zijn. Je moet kunnen zien wat de inkomsten en uitgaven zijn van de organisatie. Die verplichting wordt onvoldoende in praktijk gebracht, kun je uit dit onderzoek concluderen."
'Maar 12 procent van de bedrijven deponeert in het jaar voordat ze failliet gaan een vastgestelde en gecontroleerde jaarrekening of 403-verklaring binnen de wettelijke termijn.'
"Maar 12 procent van de bedrijven deponeert in het jaar voordat ze failliet gaan een vastgestelde en gecontroleerde jaarrekening of 403-verklaring binnen de wettelijke termijn. We komen situaties tegen waar er meerdere jaren voor een faillissement niet meer gedeponeerd wordt bij de Kamer van Koophandel. Dat is kwalijk. Als je over die jaren wel transparante cijfers had gegeven geef je zakenrelaties de mogelijkheid om te anticiperen op een verslechterende situatie. Ze kunnen om extra zekerheden vragen. Niet voor niets is te laat, onvolledig of helemaal niet deponeren een economisch delict. Daar staat ook een jaar gevangenisstraf op. Als accountant mag je niet meewerken aan een economisch delict. Eigenlijk moet je in zo'n geval afscheid nemen van de cliënt."
"Het gekke is dat er in Nederland zelden of nooit op gehandhaafd wordt. De Kamer van Koophandel controleert niet of alles wel is ingeleverd. Ze zetten de aangeleverde pdf in het handelsregister. Dat is alles wat ze doen. Ik ben ook accountant in Duitsland. Als daar een klant te laat deponeert, krijgt hij een dwangsom voor iedere dag dat er geen controleverklaring ligt. Daar wordt het handelsregister niet beheerd door een Kamer van Koophandel maar door de rechtbank. De meest uitzonderlijke casus waar ik op stuitte was het faillissement van Petroplus. Deze Nederlandse bv heeft nooit een Nederlandse jaarrekening opgesteld. In plaats daarvan deponeerden ze bij de Kamer van Koophandel een jaarrekening van de Zwitserse holding, gecontroleerd door een accountantskantoor in Zurich. Dat is nooit iemand opgevallen tot ze failliet gingen."
Wat valt er verder op aan jaarrekeningen van bedrijven die failliet gaan?
"Wanneer bij de jaarrekening in het laatste boekjaar voorafgaand aan een faillissement een controleverklaring wordt gedeponeerd zit er in een meerderheid van de gevallen (63 procent) geen going concern-verklaring bij. In een ideale wereld stelt de accountant in alle gevallen op het moment van afgeven vast dat die materiële onzekerheid er is. Het bedrijf gaat immers binnen twaalf maanden na balansdatum kopje onder. Toch duidt het niet automatisch op een verkeerde beoordeling. Er kunnen zich situaties na het afgeven van de controleverklaring voordoen waardoor de toekomst van een bedrijf plotseling inktzwart wordt. Als bijvoorbeeld de olieprijs ineens daalt met vijftig procent kan niemand dat voorzien. Een accountant kan niet garanderen dat een onderneming blijft bestaan. De angst dat een going concern-verklaring bij de jaarrekening een self fulfilling prophecy triggert - met andere woorden, het vertrouwen in het bedrijf brokkelt af, klanten lopen weg - lijkt onterecht. In 99,3 procent van de gevallen waarin een materiële onzekerheid ten aanzien van de continuïteit wordt opgenomen, volgt twaalf maanden na de balansdatum geen faillissement."
Is de verklaring van de accountant bij jaarrekeningen van bedrijven die failliet gaan altijd helder voor de gebruiker?
"Dat is een goede vraag die we ons ook als beroep moeten stellen. Een heleboel curatoren begrijpen niet wat een accountant doet. In de faillissementsverslagen vinden we daar voorbeelden van. 'The consolidated annual accounts have been filed without an approved going concern declaration on the part of the accountant', staat er dan. Dat klopt niet. In iedere controleverklaring die een accountant afgeeft zegt hij impliciet iets over going concern. Dat is onderdeel van zijn scope. Het taalgebruik van de standaardteksten die we als beroepsorganisatie gebruiken - HRA deel 3 - zijn vrij wollig. Dat is onvermijdelijk. Anders is het niet op uiteenlopende organisaties van toepassing. Tegelijkertijd kun je je afvragen of het geen tijd wordt voor andere formuleringen als zelfs een universitair opgeleide curator het niet begrijpt."
'Het is teleurstellend dat we bij de 572 ondernemingen waar we ons in dit onderzoek op focussen maar veertien key audit matters tegenkomen.'
"Met de key audit matter heeft de accountant een nieuw communicatiemiddel naar de jaarrekeninggebruiker. De uitgebreide controleverklaring is sinds 2014 verplicht bij de controle van organisaties van openbaar belang. Het is teleurstellend dat we bij de 572 ondernemingen waar we ons in dit onderzoek op focussen - die in tenminste een van de drie jaren voorafgaand aan een faillissement aan de Wta voldoen - maar veertien key audit matters tegenkomen. Het ligt voor een deel ook aan de regelgeving. Voor niet-oob's is de uitgebreide controleverklaring vrijwillig. Die zien er bijna allemaal van af terwijl het juist bij bedrijven in zwaar weer relevant is."
Wat kunnen we verder doen met deze bevindingen?
"Het onderzoek is een beschrijvende studie, een eerste stap. Een vraag voor een vervolgonderzoek kan zijn: is er een verband tussen het tijdig deponeren en het goed naleven van de regelgeving en een kleinere faillissementsschuld? Wat kunnen we als beroepsgroep leren van de casussen waar het mis is gegaan? Kunnen we een machine learning-model maken met de faillissementsrisico's van controleplichtige rechtspersonen? Dan zou je een klantenportefeuille van een accountantskantoor kunnen doorspitten op faillissementsrisico's. Bestaande bankruptcy prediction-modellen zijn gebaseerd op heel uiteenlopende data. Het charmante aan een accountantsverklaring is dat je een soort dummy-variabele hebt, een stoplicht. Het is geen materieel risico twaalf maanden na balansdatum of juist wel. Je kunt zo bepaalde ontwikkelingen in bedrijfstakken zichtbaar maken. Uiteindelijk blijft de oordeelsvorming het belangrijkst. Daarom zal zo'n machine learning-model nooit de accountant vervangen."
Het onderzoek in cijfers
In het onderzoek is over de periode van 2012 tot en met 2020 gekeken naar 183.797 jaarrekeningen die door de accountant zijn gecontroleerd.
Van 2012 tot en met 2020 gingen 44.388 bedrijven en organisaties failliet.
In die periode gingen 572 Wta-controleplichtige organisaties failliet.
92 jaarrekeningen werden in het jaar voorafgaand aan het faillissement gedeponeerd.
In 62 van de gevallen was er een controleverklaring bij de gedeponeerde jaarrekening opgenomen. Oftewel: bij 11 procent van de faillissementen wordt een controleverklaring gedeponeerd voor het laatste boekjaar.
Aan 39 faillissementen ging een jaarrekening van het laatste boekjaar vooraf zonder going concern-verklaring. Dus bij 63 procent van de controleverklaringen in het boekjaar voor faillissement wordt geen materiële onzekerheid ten aanzien van de continuïteit opgenomen.
70 procent van de gedeponeerde jaarrekeningen bevat voorafgaand aan een faillissement geen expliciete toelichting van het management over de continuïteit.
In 99,3 (92,2) procent van de gevallen waarin een materiele onzekerheid ten aanzien van de continuïteit wordt opgenomen, volgt twaalf (36) maanden na de balansdatum geen faillissement.