De accountantsorganisaties en de beoordeling van kwaliteit
De accountantsorganisatie zelf en diverse externe toezichthouders beoordelen de kwaliteit na afgifte van de controleverklaring. Dit om vast te stellen of de controle aan de eisen voldoet.
1 april 2019 | geüpdatet 1 juli 2020
Iedere accountantsorganisatie kent een intern inspectieprogramma, dat steekproefsgewijs afgeronde controles op kwaliteit beoordeelt. Bij iedere oob-accountantsorganisatie* vindt dit jaarlijks gemiddeld bij ongeveer dertig tot veertig opdrachten plaats. Iedere externe accountant wordt tenminste eens per drie jaar gereviewd door dit programma.
Interne inspecties laten zien dat 78 procent van de getoetste controles bij big four-kantoren toereikend is. Dit betekent dat nog altijd 22 procent niet voldoet aan de gestelde eisen. Bij de next five-kantoren ligt het percentage toereikende controles op 62 procent. De dalende lijn bij deze kantoren hoeft niet te betekenen dat ook de kwaliteit vermindert. De next five-kantoren geven aan dat ze bezig zijn met een verbeterprogramma en de interne kwaliteitslat hoger zijn gaan leggen, met als gevolg een lager percentage toereikende scores. Ook is het aantal geïnspecteerde controles bij deze kantoren gedaald. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de diepgaandere inspecties, maar ook door de investering in meer preventieve kwaliteitsmaatregelen zoals opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelingen, thema-onderzoeken en coaching. Bij de big four-kantoren is dit proces al eerder ingezet.
Accountantsorganisaties evalueren bevindingen uit deze interne inspecties. Aan de hand hiervan moet de externe accountant een verbeterplan opstellen. Voor ontoereikende controles worden er aanvullende controlewerkzaamheden verricht ('herstelwerkzaamheden') om vast te stellen dat de eerder afgegeven controleverklaring niet ten onrechte is afgegeven.
Maar wat betekent dit nu?
Het uitgangspunt voor de accountantsorganisaties is om op alle controles een toereikende score te behalen. Ook al betekent een niet-toereikende score niet in alle gevallen een foutief oordeel van de accountant, de risico's daarop nemen wel toe. Daarbij onderkennen we dat de accountant op basis van de standaarden voldoende en geschikte controle-informatie moet kunnen aantonen. Ongeacht of het niet voldoen hieraan impact heeft op het oordeel in de verklaring. Daarom willen we leren van iedere controle die een niet-toereikende score krijgt. Daarmee bereiken we als beroepsgroep ook veel effect. Leren van fouten om het de volgende keer nog beter te doen, is wat accountants ervaring geeft. En die ervaring is cruciaal voor het gedegen uitvoeren van wettelijke controles. De kantoren blijven zich inzetten om verder te verbeteren en die score van 100 procent te behalen.
Interne inspecties
Interne inspecties oob-accountantsorganisaties
Interne inspecties (1) | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | ||||
totaal | toereikend | totaal | toereikend | totaal | toereikend | totaal | toereikend | |
Big four (2) | 203 | 145 (71%) | 191 | 144 (75%) | 246 | 185 (75%) | 231 | 181 (78%) |
Next five (3) | 201 | 150 (75%) | 130 | 87 (67%) | 152 | 101 (66%) | 109 | 68 (62%) |
Totaal | 404 | 295 (73%) | 321 | 231 (72%) | 398 | 286 (72%) | 340 | 249 (73%) |
De weergegeven informatie is op basis van uitvraag bij de oob-accountantsorganisaties. Betreft interne inspecties op wettelijke controles (inclusief oob-controles) en niet-wettelijke controles.
(1) Jaren betreffen de boekjaren waarop de controles betrekking hebben.
(2) Deloitte, EY, KPMG, PwC
(3) accon avm, Baker Tilly, BDO, Grant Thornton, Mazars. Betreft voor de boekjaren 2015 en 2016 de gegevens van vier kantoren, vanaf 2017 de gegevens van alle next five-kantoren.
NB. De gegevens voor 2017 zijn bij de update aangevuld met interne inspecties waarvan de definitieve resultaten bekend zijn geworden na de eerste publicatie van deze pagina op 1 april 2019. Daardoor zijn de aantallen en het percentage gewijzigd.
Uit de tabellen en figuren lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de kwaliteit niet verbeterd is, maar dat ligt genuanceerder. Een beïnvloedende factor is namelijk ook de ontwikkeling van het proces van interne kwaliteitsinspecties en het hoger leggen van de lat. De oob-accountantsorganisaties passen dit proces voortdurend aan op basis van een veranderende omgeving en leerpunten vanuit (interne en externe) inspecties uit het verleden. De oob-accountantsorganisaties nemen – als lerende organisaties - het verbeteren van kwaliteit serieus en ook de processen die dit moeten beheersen en toetsen.
* Bij de start van het dashboard waren er negen oob-accountantsorganisaties: de zogenoemde 'big four'-kantoren Deloitte, EY, KPMG en PwC en de 'next five'-kantoren accon avm, Baker Tilly, BDO, Grant Thornton en Mazars. Van deze laatste vijf kantoren hebben er drie hun oob-vergunning in 2019 omgezet in een reguliere Wta-vergunning: accon avm, Baker Tilly en Grant Thornton. Deze kantoren hebben aangegeven wel gegevens te blijven aanleveren voor het dashboard.