Gezamelijk onderzoek

Het Instituut van Internal Auditors (IIA) en de Ledengroep Interne en Overheidsaccountants van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA LIO) hebben gezamenlijk onderzoek gedaan naar de relatie tussen de AC, de IAF en de EA. De resultaten hiervan zijn gepubliceerd in het rapport 'Bondgenoten in Governance 2.0' en gepresenteerd tijdens het tweede Commissarissen Symposium, op dinsdag 13 september 2016.

Gebalanceerd en gestructureerd

Uit het onderzoek bleek onder andere dat de AC er in 40 procent van de gevallen niet op toeziet dat de werkzaamheden van de IAF en de EA op elkaar worden afgestemd. Ondanks dat de IAF en EA daar natuurlijk zelf een belangrijke rol in vervullen, kan dit beter.

Naar aanleiding van het voorstel tot herziening van de Nederlandse Corporate Governance Code (de code) dient de complementariteit en samenwerking tussen de IAF en de EA een nieuwe benadering te krijgen. De vraag die dient te worden beantwoord, is waar de IAF en de EA elkaar treffen en aanvullen in het totaalveld van assurance geven over financiële en niet-financiële informatie. In een goed gebalanceerde en gestructureerde corporate governance zijn de IAF en de EA op elkaar aangewezen en is de AC gebaat bij sterke, maar vooral complementaire IAF en EA.

Cultuur en gedrag

Een andere belangrijke aanbeveling in 'Bondgenoten in Governance 2.0' heeft te maken met het toenemende belang van cultuur en gedrag (soft controls) als onderdeel van de governance van organisaties. Nu het bestuur zich in de bestuursverklaring hierover dient te verantwoorden, zal de AC hierop toe gaan zien en de aanpak van soft control audits dienen te bespreken met de chief audit executive (CAE). Uit verdiepende gesprekken tijdens het onderzoek bleek dat nog niet alle IAF's op dit moment in staat zijn om deze handschoen op te pakken. Het IIA en de NBA gaan de leden op dit gebied dan ook extra ondersteunen.

Taak van de voorzitter

Verder is op het Commissarissen Symposium gesproken over de taak van de (voorzitter) AC om het bestuur aan te spreken op het belang van het hebben van een adequate IAF. En wanneer een organisatie een IAF heeft, dient de AC het vangnet te zijn voor het onafhankelijk optreden van de IAF. Ook dient de AC toe te zien op de kwaliteit van de IAF, onder andere door betrokken te zijn bij het functieprofiel en de werving en beoordeling van de CAE.