Schematische weergave van het nieuwe toetsingsproces
Download het schema

Wat is er veranderd?

Een deel van het huidige proces blijft bestaan, maar er zijn een aantal belangrijke aanpassingen gedaan.

  • Het ontwikkelingsgesprek

De raad handhaaft de toetsingscyclus van zes jaar: elke accountantspraktijk wordt ten minste eens in de zes jaar getoetst. Nieuw is het ontwikkelingsgesprek, dat plaatsvindt in het derde jaar van de cyclus.

Dit is een gesprek tussen de teamleider van de toetsing en de beleidsbepaler(s) van de accountantspraktijk. Tijdens dit gesprek komt onder meer aan de orde hoe de accountantspraktijk werkt aan het kwaliteitsniveau, welke cultuur wordt nagestreefd, welke ambitie de praktijk heeft en hoe de structuur van de praktijk eruit ziet.

Het doel van het ontwikkelingsgesprek is:
- meer kennis op te doen over (het kwaliteitsniveau van) de accountantspraktijk;
- vroegtijdig globaal inzicht te verkrijgen in de mate waarin de praktijk voldoet aan de eisen ten aanzien van het kwaliteitsstelsel;
- de praktijk de gelegenheid te bieden om de raad mee te nemen in de actuele ontwikkelingen van de praktijk. 

Het gesprek is gericht op kwaliteitsbevordering en het lerend vermogen van de praktijk. De teamleider zal zich meer coachend opstellen. De informatie die de accountantspraktijk meeneemt uit het ontwikkelingsgesprek, geeft de praktijk de kans om nog voor de toetsing kwaliteitsverbeteringen door te voeren als dat nodig is. Bovendien verneemt de raad ook graag van de praktijken wat er goed gaat en hoe zij dat hebben gerealiseerd.

Afhankelijk van het type accountantspraktijk duurt het gesprek zo’n 2 tot 5 uur. De teamleider besteedt daarnaast nog tijd aan de voorbereiding en afwerking. Van het ontwikkelingsgesprek maakt de teamleider een verslag. De praktijk krijgt de mogelijkheid om daarop te reageren. Daarna maakt de teamleider het verslag definitief. Zo is het hoor-wederhoor proces gewaarborgd.

  • De jaarlijkse monitoringvragenlijst is herzien, wat is er anders?

Met de uitkomsten van de herziene vragenlijst wordt niet alleen inzicht verkregen in de aard en de omvang van de praktijk, maar krijgt de raad ook een beeld over de kwaliteit van de praktijk. De vragenlijst past zich automatisch aan naar de aard en omvang van de praktijk. Met de nieuwe monitoringvragenlijst wordt aansluiting gezocht bij de verplichte jaarlijkse evaluatie die de praktijken al moeten uitvoeren op grond van de NVKS. Ook vormt de vragenlijst belangrijke input voor de teamleider voor het ontwikkelingsgesprek.

In de vragenlijst komt onder andere aan de orde:
- wat de uitkomst was van de laatste evaluatie en wat de accountantspraktijk daarmee gedaan heeft;
- welke kwaliteitsbevorderende maatregelen er worden gebruikt (zoals OKB, IKO, interne dossierreview en wat er met de uitkomsten is gedaan);
- de mate van betrokkenheid van de tekenend accountant bij de uitvoering van de NVKS opdrachten.

De informatie die wordt verkregen met de herziene vragenlijst stelt de raad in staat beter aan te sluiten op het lerend vermogen van de praktijk.

  • Hertoetsing? Bij toezicht op nieuwe leest kan een hertoetsing op de onvoldoende onderdelen volgen. 

Als uit de toetsing blijkt dat de kwaliteit van de accountantspraktijk op onderdelen nog niet voldoet, krijgt het de kans om te verbeteren. De praktijk gaat aan de slag met het maken van een verbeterplan. Dat is in het huidige proces al zo. In toezicht op nieuwe leest stelt de praktijk ook een oorzaakanalyse op. Met deze analyse verkrijgt de praktijk inzicht in de oorzaken van het nog niet voldoen van bepaalde onderdelen. Daarmee kan een adequaat verbeterplan worden opgesteld. Nadat het verbeterplan met oorzaakanalyse is goedgekeurd en de praktijk een bepaalde tijd heeft gehad de verbeteringen door te voeren, vindt een hertoetsing plaats.

In de vorige systematiek was dit altijd een hertoetsing op het geheel (integrale hertoetsing). Bij toezicht op nieuwe leest is de mogelijkheid ingevoerd om een partiële hertoetsing uit te voeren, oftewel een hertoetsing op alleen de onderdelen die onvoldoende zijn. Dit zou bijvoorbeeld een hertoetsing kunnen zijn die uitsluitend ziet op de opzet van het kwaliteitssysteem. Een ander voorbeeld is dat de hertoetsing ziet op zowel de opzet als de werking van het kwaliteitssysteem, maar niet in de volle omvang. Bijvoorbeeld als de geconstateerde tekortkomingen alleen in bepaalde soort opdrachten voorkomen. Of als de tekortkomingen in alle dossiers voorkomen, maar slechts op een beperkt onderdeel daarvan en de raad het niet nodig vindt om de dossiers volledig te toetsen.  

De raad zal bij het verstrekken van het B-oordeel aangeven waar de hertoetsing op zal zien. Dit bepaalt de raad aan de hand van de bij de toetsing geconstateerde tekortkomingen. Besluit de raad tot een partiële hertoetsing, dan geeft de raad ook een indicatie af van de te verwachten tijdsbesteding. De kosten van de partiele hertoetsing worden berekend naar werkelijk bestede tijd, gemaximeerd op het bedrag van de integrale hertoetsing.

Een B-oordeel waarbij van alle door de praktijk uitgevoerde opdrachten de uitvoering van slechts één soort opdrachten als onvoldoende is beoordeeld, kan in de nieuwe situatie leiden tot een partiële hertoetsing. Bij die partiële hertoetsing kunnen de soorten opdrachten waarvan de uitvoering als voldoende is beoordeeld buiten beschouwing worden gelaten.

Dat maakt dat de raad weer terug zal vallen op de oorspronkelijke uitleg van artikel 18 van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen. Dit artikel bepaalt dat een hertoetsing achterwege kan blijven als het B-oordeel uitsluitend is gebaseerd op het oordeel over de uitvoering van assurance-opdrachten en de praktijk schriftelijk verklaart geen assurance-opdrachten meer uit te voeren.

Voorheen was het beleid van de raad om artikel 18 in ruimere zin toe te passen. Een praktijk kan dan verklaren uitsluitend de als onvoldoende beoordeelde soort assurance-opdrachten niet meer uit te voeren (bijv. beoordelinsgopdrachten). In de nieuwe situatie biedt de partiële hertoetsing de praktijk de kans om op een minder belastende manier toch vast te kunnen houden aan de uitvoering van assurance-opdrachten.

Wat levert het nieuwe toezichtsproces op?

Door het toezichtsproces op deze manier aan te passen is er meer contact tussen de praktijken en de toetsers/raad. Er wordt een beter beeld verkregen van de ontwikkeling van het kwaliteitsniveau. Daarmee kunnen de praktijken, als dat nodig is, al eerder in de toetsingscyclus aan de slag. Bovendien is er meer ruimte voor de praktijken om ontwikkelingen met de toetsers te bespreken. Er wordt nadrukkelijk een beroep gedaan op het lerend vermogen van de getoetste accountantspraktijken. Gedurende één toetsingscyclus wordt een vaste teamleider aangesteld. Ter ondersteuning zal er door de raad meer gebruik worden gemaakt van beschikbare data. Door middel van data-analyse kunnen trends, benchmarks en best practices worden gesignaleerd, die de raad weer kan teruggeven aan de accountantspraktijken.

Aangepaste verordeningen

Voor de invoering van Toezicht op nieuwe leest, was een wijziging nodig van de  verordeningen. De ledenvergadering heeft met de ontwerpverordening inclusief ingediende amendementen ingestemd.  

De belangrijkste wijzigingen zijn gericht op:

  • Het opnemen van het ontwikkelingsgesprek in de verordeningen.
  • Een correctie in de tarieven (met ingang van 1 januari 2024). In de afgelopen jaren is er door indexering een scheefgroei ontstaan tussen de vaste tarieven en de uurtarieven. Met deze correctie wordt dit weer rechtgetrokken.
  • De omzetgrens van Categorie I en II wordt verhoogd van € 450.000,- naar € 500.000,- (met ingang van 1 januari 2024).
  • De tarieven voor de partiële hertoetsing zullen worden opgenomen in de verordening (met ingang van 1 januari 2024 mogelijk).
  • De mogelijkheid wordt opgenomen om gelieerde entiteiten in de toekomst onder bepaalde voorwaarden te kunnen toetsen als één geheel. Dit is in bepaalde gevallen mogelijk voor praktijken die uit twee of meer juridische entiteiten bestaan, maar als één geheel naar buiten toe optreden. Een voorbeeld: de praktijk die de assurance en non assurance in andere BV’s heeft ondergebracht maar naar buiten toe als één geheel optreedt.

Heeft u vragen? Dan kunt u contact met ons opnemen via rvt@nba.nl.

Toetsers op nieuwe leest

De vernieuwde opzet van het toezicht is voor de raad aanleiding geweest om ook stil te staan bij de toekomstige rol van een toetser. Wat wordt er van een toetser verwacht? Welke verantwoordelijkheden komen erbij kijken? Welke vaardigheden worden er gevraagd? Dit is vastgelegd in de profielen van teamleider en mede-toetser.

Lees onderstaande profielen.

Download