Accountantscontrole van beursgenoteerde ondernemingen en talloze andere ondernemingen en instellingen is belangrijk. Accountants voegen met hun controleverklaring waarde toe, omdat zij onafhankelijk hebben vastgesteld dat de jaarrekening het vereiste inzicht geeft en dat investeerders en andere stakeholders hier vertrouwen in kunnen hebben. Voor de NBA is daarbij de kwaliteit van die controle een sleutelelement.

Meer keuze

Met name op het gebied van de oob-controles is er al geruime tijd discussie over de vraag of de markt niet te krap is. Gewezen wordt daarbij vaak naar beursfondsen die er niet in slagen om een accountant te vinden.

Zonder op de specifieke situaties van deze ondernemingen in te gaan, is de  NBA van mening dat meer keuze goed zou zijn. Dit zou kunnen doordat bestaande reguliere vergunninghouders hun vergunning wijzigen naar een oob-vergunning. Het kan echter ook door andere vormen van markttoetreding, zoals auditkantoren uit andere lidstaten, die een Nederlandse accountant aan zich verbinden en wettelijke controles aanbieden.

Kwaliteitsmaatregelen

Het belang dat aan het accountantsoordeel wordt gehecht, vraagt om een passende set aan kwaliteitsmaatregelen. Dit geldt zowel op het niveau van de individuele controleopdracht, als op het niveau van de organisatie.

De NBA is van mening dat de eisen aan de externe accountants, zoals vastgelegd in de VGBA, ViO, en NV COS, een goede waarborg bieden voor een adequate uitvoering van de controle. Deze regelgeving wordt continue bijgewerkt om aan actuele ontwikkelingen te voldoen. Het is dan ook goed dat deze regelgeving ook voor externe accountants bij auditkantoren van toepassing is.

Aanvullende eisen

Om de kwaliteit van de accountantsfunctie structureel te waarborgen, met name voor wat betreft de accountantscontroles bij oob's, is in Nederland in de achterliggende jaren een scala aan maatregelen genomen.

In een aantal gevallen gaan deze maatregelen verder dan wat de Europese Richtlijn voorschrijft. De genomen maatregelen volgden op bevindingen van de toezichthouder en incidenten, en hebben naar de mening van de NBA een belangrijke bijdrage geleverd aan de huidige hoge kwaliteitseisen aan de accountantsfunctie in Nederland.

Dergelijke aanvullende eisen zijn echter niet van toepassing op auditkantoren uit andere lidstaten. Dit betekent dat zij bijvoorbeeld niet verplicht zijn intern toezicht (een raad van commissarissen) in te stellen, die het management scherp houdt in het bereiken van de kwaliteit. Het ontbreken van een herstelplicht kan de 'lerende organisatie' minder sterk maken.

Datzelfde geldt voor de geschiktheidstoetsing van bestuurders. De NBA maakt zich er zorgen over dat dergelijke belangrijke kwaliteitsbevorderende maatregelen niet voor alle spelers op de markt van oob-accountantscontrole in Nederland van toepassing zijn.

Minder toezicht

Daarnaast lijkt het toezicht op controles door auditkantoren minder sterk. Zo geldt geen minimumfrequentie voor het toezicht dat de AFM op dergelijke kantoren kan uitoefenen. Ook zal het voor de AFM moeilijk zijn om tot handhaving over te gaan, omdat zij geen rol heeft in het toezicht op de kwaliteitsbeheersing.

Ten slotte lijkt de AFM veel beperktere mogelijkheden te hebben om tot publicatie van toezichtsuitkomsten over te gaan. De NBA vreest dat hierdoor eventuele tekortkomingen veel minder snel zullen worden opgelost.

De NBA roept zowel de politiek als toezichthouders op om ervoor te zorgen dat de genomen kwaliteitsbevorderende maatregelen, ook die op organisatieniveau, voor alle kantoren die actief zijn op de Nederlandse markt van toepassing zijn. Concreet vraagt de NBA daarom aan de minister van Financiën om ervoor te zorgen dat daartoe in de Wta en Bta bepalingen worden opgenomen en waar nodig dat de Audit Directive wordt aangepast.