Toelichting Nadere voorschriften permanente educatie

De toelichting op de Nadere voorschriften permanente educatie heeft niet de status van regelgeving. Deze toelichting heeft betrekking op de NVPE van 24 december 2013

Toelichting bij artikel 1

Dit artikel bevat de begripsbepaling.

Onder het verrichten van activiteiten in vaktechnische commissies mag ook worden verstaan het uitvoeren van activiteiten voor de accountantskamer of rechtbank, voor zover deze activiteiten passen binnen de definitie van permanente educatie.

Onder het verrichten van kwaliteitstoetsingen wordt ten minste verstaan: de kwaliteitstoetsingen die worden uitgevoerd onder auspiciën van de beroepsorganisatie. Opdracht gerelateerde Kwaliteitsbeoordelingen bij wettelijke controleopdracht kunnen niet kwalificeren als PE-activiteit.

 

Schriftelijke cursussen kunnen alleen worden aangemerkt als gestructureerde PE-activiteiten indien is gewaarborgd dat de aangeboden leerstof wordt beheerst. (bijvoorbeeld via een examen) en er een mogelijkheid tot het stellen van vragen is. Als dit niet het geval is, worden deze cursussen aangemerkt als ongestructureerde PE-activiteiten.

 

Ook elektronische vormen kunnen als gestructureerde PE-activiteiten kwalificeren indien deze voldoen aan door het bestuur te stellen voorwaarden.

Toelichting bij artikel 2

De verplichting tot het volgen van permanente educatie bestrijkt telkens een vaste periode van drie aaneengesloten kalenderjaren, de driejaarscyclus. Met ingang van 1 januari 2013 is een nieuwe driejaarscyclus gestart. In totaal dient een accountant 120 uur per driejaarscyclus aan PE-activiteiten te verrichten, met een minimum van 20 uur per kalenderjaar. De PE-activiteiten moeten zich richten op het relevante vakgebied: het werkterrein van de accountant. Door de minimumverplichting wordt bereikt dat de accountant ieder jaar permanente educatie verricht.

 

De openbaar, de intern en de overheidsaccountant vult zijn PE-plicht in met gestructureerde PE-activiteiten. Minimaal 20 PE-uren per jaar moeten worden ingevuld met het volgen van cursussen uit het aanbod van de erkende PE-instellingen dat te vinden is in de online cursusdatabase van de NBA.

 

De accountant in business mag voor maximaal de helft van zijn PE-plicht (60 uur) ongestructureerde PE-activiteiten registreren. Daarbij kan gedacht worden aan activiteiten waarbij sprake is van het kennisnemen van informatie over het beroep uit artikelen voor het dagelijks onderhoud van de functie (zelfstudie), of het in de praktijk of met behulp van persoonlijke bijscholing bevorderen van de deskundigheid op het relevante vakgebied (training on the job).

Toelichting bij artikel 2a

Dit artikel voorziet in een bevoegdheid tot het verplicht stellen van een kennistoets als onderdeel van permanente educatie. De verplichting houdt in dat de kennistoets met goed gevolg moet worden afgelegd. Een accountant kan de verplichte kennistoets afleggen bij de NBA. De NBA zal daarvoor in elk geval zelf een database met vragen samenstellen, toetsen opstellen en faciliteiten beschikbaar stellen voor de afname van de toets.

 

Het tweede lid geeft het bestuur de ruimte om per kennistoets te bepalen voor welke accountants deze verplicht is. Daarbij kan gedacht worden aan een bepaalde categorie van accountants of aan een selectie die gerelateerd wordt aan de feitelijk door de accountant verrichte werkzaamheden.

 

In het derde lid is voorzien in de mogelijkheid dat de toets wordt afgelegd bij een PE-instelling die daartoe door het bestuur van de NBA wordt geaccrediteerd. Op grond van het vierde lid kunnen aan de accreditatie verschillende voorwaarden worden verbonden, waaronder een toetsprotocol, afhankelijk van de voorkeur van de PE-instelling.

Zo is het mogelijk dat een PE-instelling een accreditatie aanvraagt om de toets af te nemen met behulp van de database van vragen (en antwoorden) zoals die door de NBA is ontwikkeld. Aan die PE-instelling brengt de NBA een bedrag in rekening per afgenomen examen. Het in rekening te brengen bedrag geldt als tegenprestatie voor de kosten die zijn gemoeid met de ontwikkeling van de database van vragen door de NBA.

Daarnaast kan een organisatie ervoor kiezen om zelf de toets te ontwikkelen. Alvorens een dergelijke organisatie wordt geaccrediteerd om toetsen af te nemen, zal de NBA onderzoeken of de inhoud en de kwaliteit van de toets voldoet aan de eisen die de NBA daaraan stelt. De kosten van dit onderzoek worden in rekening gebracht bij de organisatie die om accreditatie verzoekt.

Toelichting bij artikel 2b

Voor accountants die na het begin van een nieuwe driejaarscyclus worden ingeschreven (bijvoorbeeld maart 2013), gelden één of twee voorloopja(a)r(en). Deze accountants worden PE-plichtig per 1 januari van het jaar volgend op het jaar van inschrijving (in dit voorbeeld 2014) en dienen vanaf dat moment minimaal 40 uur aan PE-activiteiten gemiddeld per kalenderjaar te verrichten en te registreren tot het eerste jaar van de nieuwe driejaarscyclus (in dit voorbeeld 2016) met een minimum van 20 uur aan PE-activiteiten per kalenderjaar.

Toelichting bij artikel 3

In dit artikel is geregeld dat het bestuur een of meer verplichte onderwerpen kan vaststellen. Het verplichte onderwerp kan voor alle of voor een deel van de accountants worden vastgesteld. Een onderwerp kan bijvoorbeeld ook vastgesteld worden voor nieuwe leden, leden die zich opnieuw hebben ingeschreven of leden die lange tijd als accountant in business werkzaam zijn geweest en van functiegroep wijzigen.

Toelichting bij artikel 4

Het bestuur heeft zich uitgesproken voor een verplichte online registratie van de verrichte PE-activiteiten. De wijze waarop geregistreerd moet worden, kan door het bestuur nader worden uitgewerkt in een bestuursbesluit.

Toelichting bij artikel 5

De accountant is zelf verantwoordelijk voor het op juiste wijze waarderen van zijn PE-activiteiten in zijn PE-registratie en het registreren van het juiste aantal uren dat daarmee samenhangt. De accountant beoordeelt derhalve of een verrichte activiteit geheel of slechts gedeeltelijk als PE-activiteit in aanmerking mag worden genomen. Indien de accountant een PE-activiteit volgt die is georganiseerd door een erkende PE-instelling en opgenomen in het activiteitenregistratiesysteem, dan kan hij uitgaan van het daarin vermelde aantal uren mits de activiteit geheel is gevolgd. Het bestuur heeft de mogelijkheid de verrichte activiteiten op kwaliteit te toetsen en het aantal toegerekende uren te wijzigen.

Toelichting bij artikel 6

In dit artikel is een algemene vrijstellings- en ontheffingsbevoegdheid opgenomen. Bijzondere ontheffingsbepalingen die in de oude NIVRA- en NOvAA-regelingen waren opgenomen, zullen worden geharmoniseerd in een beleidsregel. Daarin zal bijvoorbeeld de uitzonderingsbepaling van artikel 2 NIVRA-regeling worden opgenomen, maar ook de ontheffingsmogelijkheid van de accountant die langdurig ziek is of die werkzaam is in het buitenland. Alle actieve accountants hebben in beginsel een PE-plicht, tenzij voldaan wordt aan de voorwaarden die in vrijstellingsbesluit of ontheffingsbeleid zijn vastgelegd.

Toelichting bij artikel 7

Dit artikel regelt de aanvang van de driejaarscyclus en de gevolgen van een functiewijziging binnen die cyclus. In geval een accountant ophoudt werkzaamheden te verrichten, en om die reden niet langer kwalificeert als accountant in business, intern accountant, overheidsaccountant of openbaar accountant blijft de PE-plicht bestaan bij een onderbreking van minder dan drie maanden. In het geval er sprake is van een onderbreking van meer dan drie maanden vervalt de PE-plicht. Verder regelt het artikel hoe de PE-plicht herleeft na een periode waarin geen werkzaamheden zijn verricht.

Toelichting bij artikel 8

In dit artikel is de sanctiebepaling geregeld. Een klacht kan worden ingediend bij de accountantskamer wanneer niet is voldaan aan de bepalingen van deze nadere voorschriften. Voordat de klacht wordt ingediend, wordt de accountant in de gelegenheid gesteld alsnog aan zijn PE-plicht te voldoen. Indien de accountant onvoldoende uren aan zijn PE-plicht heeft besteed, worden de uren die hij in de hierbij door het bestuur gegunde termijn heeft besteed aan PE-activiteiten verrekend met de achterstallige verplichting.

Toelichting bij artikel 9

In dit artikel zijn de voorwaarden voor erkenning als PE-instelling geformuleerd. Het bestuur kan extra voorwaarden met betrekking tot de erkenning van PE-instellingen vaststellen.

Toelichting bij artikel 10

In dit artikel zijn de erkenningsvoorschriften geformuleerd. Dit zijn regels die de erkende PE-instelling zolang de erkenning van kracht is in acht moet nemen.

Toelichting bij artikel 11

In dit artikel is het overgangsrecht geregeld. De accountant van wie de driejaarscyclus voortijdig wordt afgebroken, wordt in de gelegenheid gesteld PE-uren over te hevelen naar de nieuwe driejaarscyclus indien in de lopende cyclus een meer dan gemiddelde inspanning aan PE-uren is geleverd en voor zover deze uren het gestelde minimum van 40 PE-uren (bij een cyclus die na 1 jaar wordt afgebroken) resp. 80 PE-uren (bij een cyclus die na 2 jaren wordt afgebroken) overstijgen. In totaal mogen eenmalig maximaal 40 PE-uren worden overgeheveld naar de driejaarscyclus die op 1 januari 2013 aanvangt. Het overhevelen van uren laat de verplichting om jaarlijks minimaal 20 uur aan PE-activiteiten te verrichten onverlet.

Voor de accountant van wie de driejaarscyclus voortijdig wordt afgebroken, geldt dat in de afgebroken driejaarscyclus niet kan worden getoetst aan de verplichting tot het behalen van 120 uren aan PE-activiteiten in de driejaarscyclus, maar slechts aan het verrichten van minimaal 20 uren aan PE-activiteiten per kalenderjaar.

Toelichting bij artikel 12

In dit artikel is het overgangsrecht geregeld ten aanzien van besluiten als de aanwijzing van het verplichte onderwerp, beschikkingen en beslissingen op bezwaar.

Toelichting bij artikel 13

Met deze bepaling worden de sinds 1 januari 2013 voor AA’s en RA’s geldende gelijkluidende PE-regelingen ingetrokken en vervangen door één voor alle accountants geldende PE-regeling.

Toelichting bij artikel 14

In dit artikel is de inwerkingtreding van de nadere voorschriften geregeld.

Toelichting bij artikel 15

In dit artikel is de citeertitel van de nadere voorschriften geregeld.