Organisatie van accountantsafdeling en accountantskantoor

Artikel 1
  1. De accountant die het dagelijks beleid van een accountantsafdeling of een accountantskantoor bepaalt, zorgt ervoor dat de accountantsafdeling of het accountantskantoor een beleid voert dat niet strijdig is met:

    1. de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants;

    2. de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten.

  2. Indien geen van de dagelijks beleidsbepalers accountant is rust de zorgplicht, bedoeld in het eerste lid, op:

    1. een daartoe aangewezen accountant uit het midden van de bij de accountantsafdeling of het accountantskantoor werkzame of daaraan verbonden accountants; of

    2. indien geen accountant daartoe is aangewezen, iedere accountant die werkzaam is bij of verbonden is aan de accountantsafdeling of het accountantskantoor.

  3. De accountant, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a of b, die werkzaam is bij of verbonden is aan een accountantskantoor dat geen accountant als dagelijks beleidsbepaler heeft en dat een aan een assurance verwante opdracht uitvoert, zorgt ervoor dat het accountantskantoor voldoet aan:

    1. de Nadere voorschriften accountantskantoren ter zake van aan assurance verwante opdrachten (AA’s); of

    2. de Nadere voorschriften accountantskantoren ter zake van aan assurance verwante opdrachten (RA’s).

  4. In deze nadere voorschriften wordt verstaan onder:

    1. aan assurance verwante opdracht: aan assurance verwante opdracht als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen;

    2. accountantsafdeling: accountantsafdeling als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen; en

    3. accountantskantoor: accountantskantoor als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen. (Zie T1)

Bestuursstructuur van accountantskantoor met assurance-opdracht

Artikel 2
  1. De openbaar accountant die werkzaam is bij of verbonden is aan een accountantskantoor dat niet tevens een accountantsorganisatie in de zin van de Wet toezicht accountantsorganisaties is en dat een assurance-opdracht uitvoert, ziet erop toe dat de meerderheid van de personen die het dagelijks beleid van het accountskantoor bepalen bestaat uit accountants. Indien een accountantskantoor twee dagelijks beleidsbepalers heeft, ziet de openbaar accountant erop toe dat ten minste een van deze beleidsbepalers accountant is.

  2. Het bestuur van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants kan ontheffing verlenen van het eerste lid. Aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden. Een ontheffing die voor de inwerkingtreding van deze nadere voorschriften is verleend op grond van artikel B1-291.1, tweede lid, van de Verordening gedragscode, vastgesteld door de ledenvergadering van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten respectievelijk de ledenvergadering van het Nederlands Instituut van Registeraccountants, wordt vanaf de inwerkingtreding geacht te zijn verleend op grond van deze nadere voorschriften.

  3. In deze nadere voorschriften wordt verstaan onder:

    1. assurance-opdracht: assurance-opdracht als bedoeld in artikel 1 van de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten;

    2. openbaar accountant: openbaar accountant als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen. (Zie T2)

Citeertitel

Artikel 3

Deze nadere voorschriften worden aangehaald als: Tijdelijke nadere voorschriften kwaliteitssystemen, bij afkorting: Tijdelijke NVKS. (Zie T3)

Inwerkingtreding

Artikel 4

Deze nadere voorschriften treden in werking op de eerste dag na publicatie in de Staatscourant en werken terug tot en met 1 januari 2014. (Zie T4)

Regelgevingtechnische informatie

Betreft

Artikel

Besluit

Goedkeuring

Bekendmaking

Inwerkingtreding

Nieuwe regeling

24-12-2013

N.v.t.

Stcrt. 2014, 166

1-1-2014