Standpunten NBA
De NBA is de beroepsorganisatie van alle 22.000 accountants in Nederland. Accountants leveren een belangrijke bijdrage aan de betrouwbaarheid van het financiële systeem, dit doen zij in het publiek belang. De NBA behartigt de belangen van leden en spreekt namens en voor de gehele beroepsgroep. Dit doen wij richting de politiek, media en de samenleving. Hieronder vindt u de beleidsstandpunten over actuele onderwerpen.
Laatst toegevoegde standpunten
Standpunt Continuiteit
Verplichte paragraaf Verklaring omtrent levensvatbaarheid (Viability Statement)
De NBA vindt dat een organisatie die wordt gecontroleerd ook zelf een uitspraak moet doen over haar toekomstbestendigheid door middel van het opnemen van een Verklaring omtrent levensvatbaarheid (VOL) in het bestuursverslag.
Alle ondernemingen dienen toe te zien op de kwaliteit van de cijfers en de bevindingen hierover. De accountant speelt een belangrijke rol in het toezien op de uitspraken die een onderneming doet over de eigen levensvatbaarheid. Dit is belangrijk voor direct belanghebbenden en voor het brede maatschappelijke verkeer.
Ons standpunt is dat de organisatie die wordt gecontroleerd, naast een (impliciete) uitspraak over continuïteit (korte termijn: 12 maanden na opstellen verslag), ook een uitspraak doet over haar levensvatbaarheid (langere termijn). Deze paragraaf in het bestuursverslag met daarin informatie over de levensvatbaarheid biedt onder meer een weergave van:
- veronderstellingen;
- (materiële of anderzijds relevante) onzekerheden;
- mitigerende maatregelen.
De informatie voor beide termijnen is sterk met elkaar verbonden, maar kent ook een eigen focus:
- Op de korte termijn is nadrukkelijker aandacht voor het kunnen voldoen aan de verplichtingen[1];
- Op langere termijn wordt gekeken naar de duurzaamheid van waardecreatie, de weerbaarheid of ook wel levensvatbaarheid van de organisatie.
Tijden zijn onzeker en de continuïteit van ondernemingen is niet vanzelfsprekend. Daarom is het, nu meer dan ooit, nodig om beter inzicht te krijgen in de levensvatbaarheid en weerbaarheid van een onderneming. De wijze waarop organisaties momenteel hierover rapporteren wordt door veel gebruikers van jaarverslagen als onvoldoende ervaren. Dit kan worden verbeterd door een afzonderlijk 'Verklaring omtrent levensvatbaarheid’ onderdeel te laten zijn van het bestuursverslag. Hierin dient het bestuur van de organisatie een onderbouwde verklaring op te nemen met betrekking tot de toekomstbestendigheid van de organisatie. Het is van belang dat de ‘Verklaring omtrent levensvatbaarheid’ niet een ‘boiler-plate text’ wordt waarin ieder jaar standaard dezelfde zinnen worden gepubliceerd. De accountant heeft dan een betere basis om over continuïteit te communiceren in zijn of haar controleverklaring.
De NBA pleit er daarom voor de verklaring omtrent levensvatbaarheid voor alle wettelijk controleplichtige organisaties verplicht te stellen.
Lees meer:
[1] Gelieerd aan de onderbouwing van het al dan niet hanteren van de continuïteitsveronderstelling bij het opstellen van de jaarrekening.
Standpunt deponering jaarverslaggeving
Transparantie en actieve handhaving deponering jaarverslaggeving
De NBA vindt dat er actief gehandhaafd moet worden op tijdige deponering van jaarverslaggeving en dat de mogelijkheid om het bestuursverslag niet te deponeren bij het handelsregister moet komen te vervallen voor alle controleplichtige entiteiten[1].
In een tijd waarin transparantie essentieel is, wordt in Nederland nauwelijks actief gehandhaafd op het tijdig deponeren van de jaarverslagen. Onderzoek wijst bovendien uit dat 88% van de wettelijk controleplichtige entiteiten het jaar voorafgaand aan een faillissement geen jaarrekening[2] binnen de wettelijke termijn deponeert[3].. Niet of niet tijdig voldoen aan de informatieplicht verhindert het inzicht in de belangrijkste risico’s die de bedrijfsvoering kunnen raken én kan een duidelijke rode vlag zijn voor discontinuïteit.
Het is nu overigens mogelijk om het bestuursverslag niet te deponeren bij het handelsregister[4]. In de aanvullende wetgeving die volgt uit de Europese richtlijn voor het rapporteren over duurzaamheid (CSRD) verdwijnt deze mogelijkheid voor entiteiten die onder deze CSRD-wetgeving komen te vallen. De NBA is van mening dat die mogelijkheid zou moeten vervallen voor alle controleplichtige entiteiten, dit met het oog op maximale transparantie.
[1] Entiteit kan worden gelezen als onderneming of organisatie. Wanneer deze aan een aantal wettelijke voorwaarden daarvoor voldoet, is het verplicht een accountantscontrole te laten uitvoeren.
[2] Of een 403-verklaring – Dat is een verklaring waarmee een rechtspersoon kan worden vrijgesteld van de verplichting om de jaarrekening te publiceren.
[3] Dat is bij twee jaar voorafgaand 44% en drie jaar voorafgaand 36% (Foundation for Auditing Research 2021 - https://www.nba.nl/nieuws-en-agenda/nieuwsarchief/2022/maart/rapport-werkgroep-continuiteit-over-rol-accountant-bij-bedrijfscontinuiteit/
[4] BW 2:394 lid 4: Gelijktijdig met en op dezelfde wijze als de jaarrekening wordt een in de zelfde taal of in het Nederlands gesteld exemplaar van het bestuursverslag en van de overige in artikel 392 bedoelde gegevens openbaar gemaakt. Het voorafgaande geldt, behalve voor de in artikel 392 lid 1 onder a en f genoemde gegevens, niet, indien de stukken ten kantore van de rechtspersoon ter inzage van een ieder worden gehouden en op verzoek een volledig of gedeeltelijk afschrift daarvan ten hoogste tegen de kostprijs wordt verstrekt; hiervan doet de rechtspersoon opgaaf ter inschrijving in het handelsregister.
Auditkantoor: alle kantoren die Nederland oob-controles uitvoeren moeten aan dezelfde kwaliteitsstandaarden voldoen
Standpunt: De NBA vindt dat een auditkantoor[1] aan dezelfde kwaliteitsstandaarden moeten voldoen als in Nederland gevestigde kantoren die OOB-controles uitvoeren. De kwaliteit van de controle is voor de NBA een sleutelelement, en om die structureel te waarborgen, met name voor wat betreft de accountantscontroles bij oob’s, is in Nederland in de afgelopen jaren een scala aan maatregelen genomen. Dergelijke aanvullende eisen zijn echter niet van toepassing op auditkantoren uit andere Europese lidstaten.
Kwaliteitsmaatregelen
Het belang dat aan het accountantsoordeel wordt gehecht, vraagt om een passende set aan kwaliteitsmaatregelen. Dit geldt zowel op het niveau van de individuele controleopdracht, als op het niveau van de organisatie.
De NBA is van mening dat de eisen aan de externe accountants, zoals vastgelegd in de onder andere Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA), Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO), en Nadere voorschriften controle- en overige standaarden (NV COS), Gedragsregels accountants bij niet-naleving wet- en regelgeving (NOCLAR), een goede waarborg bieden voor een adequate uitvoering van de controle. Deze regelgeving wordt continue bijgewerkt om aan actuele ontwikkelingen te voldoen. Het is dan ook goed dat deze regelgeving ook voor externe accountants bij auditkantoren van toepassing is.
Aanvullende eisen
Om de kwaliteit van de accountantsfunctie structureel te waarborgen, met name voor wat betreft de accountantscontroles bij oob’s, is in Nederland de afgelopen jaren een scala aan maatregelen genomen. In een aantal gevallen gaan deze maatregelen verder dan wat de Europese Richtlijn voorschrijft. De NBA is van mening dat deze maatregelen een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de huidige hoge kwaliteitseisen aan de accountantsfunctie in Nederland. Dergelijke aanvullende eisen zijn echter niet van toepassing op auditkantoren uit andere lidstaten. Voorbeelden hiervan zijn:
- Intern toezicht instellen (een raad van commissarissen);
- De plicht om geconstateerde tekortkomingen te herstellen (‘herstelplicht’), die tevens bijdraagt aan het leren van fouten ('lerende organisatie');
- De AFM-geschiktheidstoetsing van bestuurders en toezichthouders van accountantsorganisatie.
Minder toezicht auditkantoren
Daarnaast lijkt het toezicht op controles door auditkantoren minder sterk. Zo geldt geen minimumfrequentie voor het toezicht dat de AFM op dergelijke kantoren kan uitoefenen. Ook zal het voor de AFM moeilijk zijn om tot handhaving over te gaan, omdat zij geen rol heeft in het toezicht op de kwaliteitsbeheersing.
Ten slotte lijkt de AFM veel beperktere mogelijkheden te hebben om tot publicatie van toezichtsuitkomsten over te gaan. De NBA vreest dat hierdoor eventuele tekortkomingen veel minder snel zullen worden opgelost.
NBA pleit voor verandering
De NBA pleit dan ook om ervoor te zorgen dat de genomen kwaliteitsbevorderende maatregelen, ook die op organisatieniveau, voor alle kantoren die actief zijn op de Nederlandse markt van toepassing zijn. Dat betekent dat Wta en Bta bepalingen worden opgenomen en waar nodig dat de Audit Directive wordt aangepast.
Publicaties en nieuwsberichten
NBA reageert op ‘Portugal-route’
[1] Een auditkantoor is een accountantsorganisatie uit een Europese lidstaat die in dat land wettelijke controles mag verrichten. Zij kunnen zich in Nederland registeren bij de AFM om dat ook in Nederland te mogen doen. Wel moet er een in Nederland toegelaten externe accountant betrokken zijn.
Laat grens wettelijke controle meegroeien met inflatie
Standpunt: De NBA vindt dat de maximale grensbedragen voor verplichte wettelijke jaarrekeningcontrole moeten meegroeien met de inflatie. Deze grensbedragen zijn in 2013 vastgesteld door de Europese Unie en kunnen dit jaar door de Europese Commissie worden aangepast.
Nederland hanteert de binnen Europa maximaal toegestane grensbedragen.
Een onderneming of instelling is conform artikel 396 BW2 controleplichtig wanneer het op twee opeenvolgende balansdata, heeft voldaan aan twee of drie van de volgende vereisten:
- Een omzet van meer dan 12 miljoen euro;
- Een balanstotaal van meer dan 6 miljoen euro;
- Gemiddeld 50 of meer medewerkers in dienst.
Deze maximale grensbedragen zijn sinds 2013, toen de Europese richtlijn (2013/34/EU) werd aangenomen, niet meer aangepast. Deze richtlijn geeft de mogelijkheid aan de Europese Commissie eens in de vijf jaar bovenstaande vereisten aan te passen aan de inflatie. De Europese Commissie heeft in 2018 geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. In 2023 heeft de Europese Commissie opnieuw de mogelijkheid om deze aanpassing te doen.
Sinds 2013, en met name de afgelopen jaren, is er sprake van sterke inflatie.
Dit leidt ertoe dat steeds meer mkb-ondernemingen, die oorspronkelijk niet binnen de scope van de wetgeving vielen, controleplichtig worden als gevolg van inflatie. Dit bezorgt hen extra administratieve lasten. Verhoging van de grensbedragen zorgt ervoor dat deze mkb-ondernemingen langer onder een lichter administratief regime blijven vallen. Mkb-accountants zonder Wta-vergunning voor het verrichten van wettelijke controle, kunnen daardoor deze deze ondernemers langer van dienst zijn. Verhoging van de grensbedragen vermindert ook de druk op de toch al tekort schietende capaciteit aan controlerend accountants.
De NBA pleit er dan ook voor om gebruik te maken van het mechanisme om de grensbedragen periodiek te laten meegroeien met de inflatie.
Europees gelijk speelveld voor accountants
Standpunt: de NBA vindt dat uitvoering van werkzaamheden door accountants die werken voor concerns die internationaal opereren bemoeilijkt wordt, doordat implementatie van de auditregels uiteenlopend is ingevoerd in de verschillende (Europese) landen. Het is daarom van belang dat er een gelijk speelveld gecreëerd wordt op het gebied van wet- en regelgeving in Europa. Harmonisatie van wet- en regelgeving is van belang, mede omdat veel ondernemingen en organisaties ook over de landgrenzen heen opereren. Op die manier kan de kwaliteit verhoogd worden.
Beroepsgroep
In Nederland zien wij dat een deel van de fouten die gemaakt worden in de audit, spelen bij internationale concerns met (geografisch) internationale teams. De oorzaak ligt voor een belangrijk deel in de veelheid aan lidstaatopties en lokale (interpretaties van) controle standaarden.
Waar gaat het mis?
De verordening [1] die vanuit Europa is opgelegd aan accountants kent momenteel verschillende lidstaatopties in de richtlijn [2]. Implementatie van de regels voor wettelijke controles in de Europese landen is daardoor uiteenlopend. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillen met betrekking tot het verlenen van niet-auditdiensten of de verplichte roulatie van auditors, die een belangrijke borg moeten vormen voor de onafhankelijkheid van accountants. Europa heeft, ondanks de bevoegdheid daartoe, nog geen eenduidige controlestandaarden geïmplementeerd voor de controle van jaarrekeningen, waaronder de controle van continuïteit en fraude. Ook loopt de regelgeving op het gebied van toezicht per lidstaat flink uiteen. Deze complexe set van regels belemmert momenteel de totstandkoming van een Europees gelijk speelveld. Zo zijn er met betrekking tot verplichte roulatie van accountants (ter bevordering van de onafhankelijkheid) momenteel tenminste dertien verschillende regimes in de lidstaten. Er is ook geen eenduidige kwaliteit van de jaarrekeningcontrole van internationale concerns geborgd.
Kwaliteit verhogen nationaal of internationaal?
De NBA streeft naar een hoge controlekwaliteit. Het is daarbij de vraag hoe Nederland het meest effectief kan bijdragen aan het verbeteren van de controlekwaliteit door middel van wet- en regelgeving. Is dat door het aanpassen van de Nederlandse wetgeving die door Europese verordeningen kan worden beïnvloed (denk aan de roulatieregels die in Nederland nog voor de implementatie moesten worden aangepast), of moet Nederland juist proberen om het Nederlandse gedachtengoed te implementeren in Europese regels?
[1] 537/2014 - betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang en tot intrekking van Besluit 2005/909/EG van de Commissie
[2] RICHTLIJN 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad moet door lidstaten zelf worden geïmplementeerd.
Aanwijzingsbevoegdheid voor ondernemingen en instellingen zonder accountant
Standpunt: De NBA vindt het vanuit het publieke belang begrijpelijk dat het ministerie van Financiën wil overgaan tot het invoeren van een aanwijsbevoegdheid. Maar in het huidige voorstel is onder andere de reikwijdte van de aanwijzingsbevoegdheid te breed. Om die reden stelt de NBA voor om de aanwijzingsbevoegdheid vooralsnog te beperken tot organisaties die als organisatie van openbaar belang (oob) gekwalificeerd zijn. Naast de al bestaande oob’s zijn per 1 januari 2020 nog eens 169 instellingen aangemerkt als OOB[1].
Beperking reikwijdte
De NBA vindt het niet wenselijk om de aanwijsbevoegdheid voor alle wettelijke controles in te voeren, om de volgende redenen:
- Aanbod groot en divers: Er zijn momenteel 255[2] accountantsorganisaties die wettelijke controles, niet zijnde oob-controles, kunnen uitvoeren. Het risico op het niet kunnen vinden van een accountant is daarom vrijwel nihil te noemen. Dit in tegenstelling tot de slechts zes accountantsorganisaties die de oob-controles wettelijk mogen uitvoeren.
- Aanzuigend effect: Als een cliënt vier accountants heeft aangeschreven waar zij/hij niet mee uit de voeten kan, wordt dit probleem al snel neergelegd bij de NBA, terwijl die daar de mankracht niet voor heeft., Gezien de grootte van de markt is dat ook niet nodig.
- Controlerisico: aan de aangewezen organisatie en de opdracht kunnen verbonden controlerisico’s zitten, wat van invloed kan zijn op de uren en controlekosten.
De effectiviteit van de aanwijsbevoegdheid moet zich in de praktijk bewijzen; duidelijk moet worden wat dit betekent voor alle betrokken partijen. Het is daarom beter eerst een pilot te houden voor de oob-controle-opdrachten
Termijn van cliëntbehoud na aanwijsbevoegdheid
In het geconsulteerde wetsvoorstel [3] is niet opgenomen voor welke termijn de accountantsorganisatie de controle moet verrichten, wanneer deze een oob-organisatie krijgt aangewezen . Om te voorkomen dat er jaarlijks gewisseld wordt, met daarbij verhoogd risico op kwaliteitsverlies (immers het team wijzigt telkens, de opgedane kennis wordt niet 100 procent overgedragen, etc.) vindt de NBA dat de benoeming van een specifieke accountantsorganisatie voor een termijn van minimaal vier jaar moet worden vastgelegd.
Publicatie aanwijsbesluit
De NBA pleit er voor om in de wet een bepaling op te nemen die het voor de NBA mogelijk maakt om het aanwijzingsbesluit te publiceren en daarin de naam van de aangewezen accountantsorganisatie en de naam van de te controleren organisatie te noemen. Als een accountantsorganisatie door middel van een aanwijzingsbesluit van de NBA verplicht wordt een controle uit te voeren bij een cliënt kan dit slechte publiciteit genereren voor de accountantsorganisatie, mocht de te controleren organisatie herhaaldelijk negatief in de publiciteit komen. Daarom moet duidelijk zijn dat het om een aanwijzingsbesluit gaat.
[1] Circa 15 grote pensioenfondsen, 143 toegelaten instellingen (woningcorporaties) met meer dan 5.000 verhuureenheden, drie instellingen voor het wetenschapsbeleid en acht netbeheerders worden aangemerkt als oob. (Staatsblad 2019, 252)
[2] 255 niet-oob die een vergunning hebben voor wettelijke controle (data 2020, NBA monitor), daarnaast zijn er 6 OOB vergunninghouders.
[3] https://www.internetconsultatie.nl/wettoekomstaccountancysector
Stroomlijning accountantstuchtrecht
Standpunt: de NBA vindt dat handhaving én verbetering van de beroepsuitoefening mogelijk is en dat tuchtrechtelijke maatregelen richting kunnen geven aan de wijze van beroepsuitoefening. Belangrijk is dat men leert van fouten.
(Extra) educatie verplicht
De NBA steunt daarom het conceptvoorstel Wet toekomst Accountancysector (2021), waarin een extra categorie aan de formele disciplinaire maatregelen wordt toegevoegd, waarbij (extra) educatie verplicht wordt. Wij denken dat dit een goede bijdrage kan leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van het beroep.
Geen maatregel opleggen
Ook steunen wij het voorstel dat, ondanks de gegrondverklaring van een klacht, geen maatregel wordt opgelegd in de omschreven gevallen, namelijk:
- Verwijtbaar gedrag, maar niet ernstig genoeg voor een maatregel.
- Als rekening kan worden gehouden met al getroffen verbetermaatregelen.
- De kans op herhaling is klein, bijvoorbeeld omdat het kantoor is verkocht of de accountant met pensioen is gegaan.
Geen zitting
Belangrijk is dat de gang naar de tuchtrechter gebruikt wordt waar deze voor bedoeld is. Daarom zijn wij voorstander van het laten vervallen van artikel 39 derde lid. Nu is het zo dat als de voorzitter beslist dat de zaak zonder zitting kan worden afgedaan, simpel verzet volstaat om de zaak alsnog op zitting behandeld te krijgen. Die mogelijkheid vervalt dan. Wel kan dit in hoger beroep aan de orde worden gesteld. Hierdoor kan een klacht die door de voorzitter ongegrond, niet-ontvankelijk of van onvoldoende gewicht is verklaard, niet meer worden doorgezet, tenzij na beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Publicaties en nieuwsberichten
Online deelnemen aan Ledenvergadering en stemmen voor leden
Corona
Online deelnemen aan Ledenvergadering en stemmen voor leden
De NBA is van mening dat leden ook na de coronapandemie de mogelijkheid moeten hebben om online deel te namen aan de ledenvergaderingen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen en ook voorafgaand aan de vergadering via internet de mogelijkheid van stemmen moeten krijgen.
Vanwege de Coronapandemie wordt met de invoering van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de NBA tijdelijk de mogelijkheid gegeven tot internetstemmen. Met een permanente invoering van internetstemmen verwacht de beroepsorganisatie een grotere betrokkenheid van alle beroepsbeoefenaren bij besluitvorming door de hoogste organen. In de bijeenkomsten van de ledenvergaderingen in juni 2020, december 2020 en juni 2021 heeft de NBA van die mogelijkheid gebruik gemaakt. De ervaringen die zijn opgedaan zijn positief. Zo zagen wij dat in de online vergaderingen meer leden deelnamen. Met name leden werkzaam bij kleinere kantoren bleken de faciliteit op prijs te stellen vanwege de tijdsbesparing die hen dat oplevert.
De Wet op het accountantsberoep is op dit moment zo vormgegeven, dat bijeenkomsten van de ledenvergadering uitsluitend in fysieke vorm plaats kunnen vinden. Met toepassing van die wet is internetstemmen op dit moment dan ook niet een geldige wijze van besluitvorming.
Voor de vormgeving van internetstemmen sluiten wij ons aan bij de aanbeveling van de Expertgroep in het rapport Modernisering NV-recht De Expertgroep doet onder andere de aanbeveling om het aan de rechtspersoon over te laten om te beslissen of de algemene vergadering fysiek, hybride of volledig digitaal plaatsvindt' . Bron: Tweede Kamer, 2020-2021, 29 752, nr 14
Verslag Raad van Commissaris (RvC) accountantsorganisaties in transparantieverslag
Standpunt: De NBA vindt dat het jaarlijkse verslag dat Raad van Commissarissen (RvC) van accountantsorganisaties moet opstellen [1], opgenomen moet worden in het transparantieverslag dat de accountantsorganisatie opstelt. Er moet geen extra losse verslaggevingseis zijn ten aanzien van alleen dit onderwerp.
In het verslag moet de RvC nu onder meer rapporteren over de wijze waarop het orgaan zijn rol heeft ingevuld, ten aanzien van alle aan de RvC toegewezen taken en bevoegdheden. Dit verslag wordt openbaar gemaakt.
Transparantieverslag integreren in communicatie audit quality indicators (AQI’s)
De NBA meent dat naast de AQI’s ook het transparantieverslag van waarde kan zijn voor de organisaties die gebruik maken van informatie van accountantsorganisaties. De NBA kan deze verslagen opnemen op het platform waar straks ook over de AQI’s gerapporteerd wordt. Zo wordt de vindbaarheid en dus het gebruik van dit verslag bevorderd.
[1] Besluit toezicht accountantsorganisaties (Bta artikel 34i)
Wet Normering Topinkomens (WNT)
Standpunt: De NBA is van mening dat de kosten van de Wet Normering Topinkomens (WNT) en de controle-inspanningen zijn doel voorbij schieten. De WNT kan flink worden vereenvoudigd door de verantwoording alleen te richten op uitzonderingen en de hoogst noodzakelijke gegevens en de controle alleen te richten op de algemene WNT-norm. Hierdoor kunnen de kosten dalen, waardoor een betere balans ontstaat met het maatschappelijk nut.
WNT belangrijk
De WNT begrenst de beloningen van topfunctionarissen in de (semi) publieke sector (zoals overheid, zorg, onderwijs, woningcorporaties) op maximaal een ministerssalaris. De WNT is voor de maatschappij en voor de betrokken instellingen en topfunctionarissen een belangrijke regeling. Het is een effectieve regeling om bovenmatige beloningen en ontslagvergoedingen tegen te gaan in de (semi)publieke sector.
Hoe werkt de controle van de WNT en wat is het probleem?
De WNT bepaalt dat alle instellingen in de (semi) publieke sector een zeer gedetailleerde verantwoording van de beloning per topfunctionaris moeten publiceren, waarbij de beloning wordt afgezet tegen het voor de betreffende instelling geldende maximum. De wet vereist dat de accountant deze verantwoording in detail controleert.
De WNT regelgeving, die bepaalt hoe deze verantwoording op te stellen, is sinds de invoering bijzonder complex geworden als gevolg van voortdurende uitbreidingen, wijzigingen en overgangsrecht. In geval van onduidelijkheden in de regelgeving, worden instellingen en accountants bovendien geconfronteerd met door de jaren heen verschillende uitleg vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
De vereiste accountantscontrole op de WNT-verantwoording heeft tot gevolg dat accountants een oordeel moeten geven over de naleving door instellingen van de WNT-regelgeving op detailniveau, ook bij ‘onduidelijkheden’ en ‘gaten’ in de regelgeving. Dit heeft in de praktijk geleid tot een oneigenlijke en arbeidsintensieve rol van de accountant.
De gedetailleerde verantwoording en accountantscontrole leiden daardoor tot onevenredig veel controlewerkzaamheden en -kosten. Ook wanneer er geen overschrijdingen van het WNT-maximum zijn.
De oplossing
Het is tijd om de WNT-regelgeving flink te vereenvoudigen. De WNT is al sinds 2013 effectief en overschrijdingen van de WNT-maxima zijn inmiddels uitzondering geworden, zo blijkt ook uit de laatst afgeronde wetsevaluatie van 2020[1].
De belangrijkste voorstellen voor vereenvoudiging zijn volgens de NBA:
- Richt de accountantscontrole alleen op de overschrijding van het algemene WNT-maximum (op basis van het ministerssalaris) en laat het huidige stelsel met verschillende (lagere) maxima per sector en instelling (weer) over aan zelfregulering;
- Beperk de WNT-verantwoording, ook in het kader van privacy, tot de hoogst noodzakelijke gegevens. Wanneer er geen overschrijdingen van de algemene WNT-norm zijn, kan de verantwoording in de jaarrekening beperkt blijven tot de vereisten en bestaande grondslagen voor verslaggeving zoals opgenomen in het burgerlijk wetboek titel 9 Boek 2.
[1] In 2020 is de tweede wetsevaluatie Wet normering topinkomens 2016-2020 afgerond.
Publicaties
- Brief NBA aan het ministerie BZK
- Nieuwsbericht NBA: WNT belangrijk maar complex - eenvoud en consistentie is het doel
- Artikel Accountant.nl - Experts pleiten voor vereenvoudiging Wnt
- Protocollen ministerie van BZK
Inclusie + Diversiteit
Standpunt: De NBA is van mening dat meer inclusie en diversiteit bij bedrijven, accountantsorganisaties en de eigen organisatie rechtvaardig, noodzakelijk, logisch en slim is.
De samenleving is in alle opzichten divers. Toch zien we dit in de top van bedrijven, organisaties en in de personeelsbezetting onvoldoende terug. Diversiteit zou vanzelfsprekend moeten zijn:
- Het is rechtvaardig: verscheidene talenten krijgen daadwerkelijk gelijke kansen en kunnen zich hierdoor optimaal ontwikkelen.
- Het is noodzakelijk: inclusie en diversiteit bevorderen de kwaliteit binnen organisaties (incl. accountantskantoren) van de besluitvorming en van de beroepsuitoefening.
- Het is logisch: (potentiële) medewerkers, klanten en andere stakeholders zijn ook divers.
- Het is slim: om een tekort aan nieuwe accountants te voorkomen is het belangrijk dat al het talent wordt benut en dat er een grote, diverse instoom is die behouden wordt voor de beroepsgroep en het register.
De beroepsgroep
Verhoging van inclusie en diversiteit in de beroepsgroep vereist meer instroom en opwaartse doorstroom , waarbij nu de focus ligt bij vrouwen en mensen met een migratie-achtergrond. De mate van diversiteit die zichtbaar is bij studenten op de accountantsopleidingen vormt het streven voor de hele beroepsgroep (cohort consistentie). De NBA zet samen met leden en kantoren projecten op om dit te bevorderen.
De NBA
De NBA hanteert als norm dat het bestuur, de commissies en werkgroepen voor ten minste 30% uit vrouwen/mannen moet bestaan. Ten aanzien van het algemeen bestuur en de ledengroepbesturen wordt deze ambitie al jaren gehaald (gemiddeld 48% vrouw in 2021). Ook in de commissies en werkgroepen gaat het de goede kant op (gemiddeld 28% vrouw in 2021). Tevens is NBA charter ondertekenaar van Talent naar de top en committeert zich daarmee aan 50% vrouw/man in het managementteam. Deze norm wordt sinds 2019 gehaald. Daarnaast is de NBA gestart om al haar publicaties genderneutraal te formuleren.
Bedrijven en organisaties
In de Europese Richtlijn inzake bekendmaking niet-financiële informatie en diversiteit, in de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen en in de Nederlandse corporate governance code (zie bijlage monitoring rapport van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code - december 2020) is er aandacht voor diversiteit. De openbaar accountant ziet toe op de verantwoording van bedrijven en organisaties over dit thema (zie factsheet Accountants + Diversteit). De NBA verricht hier in 2021 een onderzoek naar.
Publicaties
Corona
Standpunt: De NBA pleit voor een herstartkrediet voor levensvatbare bedrijven en een ruimere terugbetalingsregeling bij de overheid na de coronacrisis. Aflossen van de lening start in dit scenario vanaf 1 januari 2022 en ondernemers krijgen 60 maanden de tijd voor terugbetalen van de lening in plaats van de nu 36 maanden.
Wij zijn van mening dat ondernemers niet alleen tijdens de pandemie hulp moeten krijgen van de overheid, maar dat er ook perspectief moet worden geboden na corona. De ondernemer kan regie nemen op een aantal vlakken waar men zelf invloed op heeft, maar ook de overheid en de accountant kunnen een belangrijke rol spelen.
Alle steunmaatregelen helpen de mkb-ondernemers op de korte termijn, maar uiteindelijk moeten de uitgestelde betalingen betaald worden. Het is dus belangrijk om te kijken hoe na corona, wanneer regelingen stoppen en terugbetalingen starten, de ondernemer overeind blijft. De NBA heeft vijf aanbevelingen opgesteld voor ondernemers, overheid en accountants om mkb-ondernemers perspectief te bieden na de coronacrisis:
- Overheid: faciliteer herstart levensvatbare bedrijven
- Ondernemers: verkrijg financieel overzicht en maak een herstartplan
- Ondernemers: neem tijdig maatregelen om erger te voorkomen
- Ondernemers: saneer schulden en/of stop op tijd
- Accountants: ga in gesprek met ondernemers over ontstane schulden.
Accountant
De NBA roept accountants op om met de ondernemer in gesprek te gaan over de ontstane schulden en de consequenties daarvan, zowel zakelijk als privé. Als accountant kun je helpen bij het opstellen van een herstartplan, exploitatiebegroting en liquiditeitsprognose. Bespreek discontinuïteit op het moment dat de ondernemer daar nog iets mee kan doen. Zodat zowel de onderneming als de ondernemer persoonlijk, met zo min mogelijk schade uit de crisis komen.
Overheid
- Start later met terug betalen: laat ondernemers niet op 1 juli of 1 oktober 2021 starten met terugbetalen van hun uitgestelde betalingen. Geef ondernemers wat meer lucht en ruimte en start met verplicht aflossen op 1 januari 2022.
- Spreiding van terug betalen: de spreiding van schuldenaflossing aan de overheid over 60 maanden in plaats van 36 maanden, maakt voor een groter aantal levensvatbare bedrijven de kans op een succesvolle herstart aanzienlijk groter.
- Herstartlening: een borgstelling door de overheid kan voor ondernemingen die in beginsel levensvatbaar zijn, maar zich al zwaar in de schulden hebben gestoken en geen toegang meer hebben tot reguliere financiering ruimte geven voor een herstart.
Publicaties
Corona
Standpunt: De NBA is van mening dat wanneer een accountant een oordeelsonthouding afgeeft inzake de NOW-regeling, het disproportioneel is dat een oordeelsonthouding, die losstaat van de gevolgen van de corona crisis, in de assurance-verklaring, leidt tot het op nihil (= 100% korting) vaststellen van de steun. Een 100% korting vinden wij niet proportioneel en is niet in lijn met waar de regeling voor bedoeld is, ondernemers ondersteunen tijdens de pandemie.
Ondernemers kunnen een NOW-regeling aanvragen wanneer zij 20% of meer omzetverlies hebben. Om in aanmerking te komen voor NOW-gelden verlangt de overheid een derdenverklaring[1] (bij NOW-subsidies tussen €25.000 en €125.000)[2], of een accountantsproduct (boven de €125.000). Wanneer een accountant een oordeelsonthouding afgeeft, betekent dit in de huidige regeling dat een onderneming gekort wordt op de steun onder de NOW-regeling. Bij een oordeelsonthouding heeft de accountant wel een volledige controle uitgevoerd, maar heeft de accountant onvoldoende informatie ter beschikking om een verantwoording goed te kunnen keuren. De accountant heeft dan echter geen belangrijke fouten gevonden.
Verzwaarde vereiste boekhouding rondom NOW
Van organisaties mag verwacht worden dat ze zich houden aan de voor hen regulier geldende administratieplicht. De NOW-regeling kent specifieke vereisten. Hierop konden werkgevers niet anticiperen. Hun administratie en interne beheersing was tot de coronacrisis voor hen toereikend.
Wij achten het niet passend om de administratieplicht (achteraf) te verzwaren om ondersteuning te kunnen krijgen voor de financiële gevolgen van algemeen beleid in het kader van de volksgezondheid.
Heroverwegen bredere controlestrategie
De NBA is voorstander om met een breed gremium na te denken over de bredere controlestrategie (bij de derdenverklaring en het accountantsprotocol). Waarbij het belang van de maatschappij om fraude met steungelden tegen te gaan en het belang van organisaties die getroffen zijn door het maatschappelijk gewenste coronabeleid onderling opnieuw wordt gewogen.
[1] Een derdenverklaring is een verklaring van een administratiekantoor, financieel dienstverlener of brancheorganisatie waarin het omzetverlies wordt bevestigd. Een accountant kan deze ook afgeven.
[2] Deze bedragen gelden voor de aanvragen tot vaststelling. Er moet ook rekening gehouden worden met de aangevraagde voorschotten, daar ligt de grens op €20.000 en €100.000.
Publicaties
Privacy
Standpunt: Dat wat moet ook kan. De NBA pleit voor een uitzonderingsbepaling voor accountants in de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG), zodat accountants door de aanwezigheid van bijzondere of strafrechtelijke persoonsgegevens in een dossier niet gehinderd worden hun wettelijke opdrachten en werkzaamheden te voltooien en indien noodzakelijk daarvoor die gegevens te verwerken.
Bij de werkzaamheden die wettelijk moeten worden uitgevoerd, verwerken accountants soms bijzondere persoons- en strafrechtelijke gegevens. Over het algemeen hebben accountants hierbij ook te maken met ‘gewone’ type persoonsgegevens, zoals gegevens van klanten of werknemers van de organisatie waar die werkzaamheden worden verricht. Soms zijn er echter situaties waarin een accountant in aanraking komt met zogenoemde bijzondere categorieën persoonsgegevens, zoals bijvoorbeeld de persoonsgegevens van uitkeringsgerechtigden. Ook kan een accountant tijdens wettelijke werkzaamheden of opdrachten stuiten op regelingen waarbij een strafrechtelijk verleden een randvoorwaarde is, bijvoorbeeld voor het al dan niet toekennen van een subsidie of andere bijdrage van de overheid. Het kan dan ook nodig zijn dat accountants in het kader van hun wettelijke onderzoek kennisnemen van strafrechtelijke gegevens.
Voor de verwerking van zowel ‘bijzondere categorieën persoonsgegevens’ als de ‘persoonsgegevens van strafrechtelijke aard’ gelden een verwerkingsverbod, op enkele uitzonderingen na. De verwerking van gegevens ten behoeve van de wettelijke werkzaamheden van accountants vallen momenteel niet onder de uitzonderingen. Daarom is de NBA van mening dat in de UAVG, vanuit het maatschappelijk belang en onder andere ook de geheimhouding waarmee de accountant werkt, een uitzondering voor accountants zou moeten worden mogelijk gemaakt. Zodat ‘dat wat moet ook kan’ en accountants bijzondere en strafrechtelijke persoonsgegevens kunnen verwerken, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van bij wettelijke voorschrift voorgeschreven accountantsopdrachten.
Publicaties
Continuïteit
Standpunt: De NBA is van mening dat organisaties met een bestuursverslag verplicht moeten worden om hierin een paragraaf ‘toekomstbestendigheid’ op te nemen.
Een paragraaf in het bestuursverslag met daarin informatie over de toekomstbestendigheid biedt onder meer een weergave van:
- veronderstellingen met betrekking tot de korte termijn
- onzekerheden
- de risico's op discontinuïteit
Dit is belangrijk voor direct belanghebbenden en voor het brede maatschappelijke verkeer. De wijze waarop organisaties momenteel hierover rapporteren en waarop accountants hierover communiceren in hun controleverklaring wordt door veel gebruikers van jaarverslagen als onvoldoende ervaren. Dit kan worden verbeterd door een afzonderlijk toekomstbestendigheidsparagraaf onderdeel te laten zijn van het bestuursverslag. Ook de accountant heeft dan een betere basis om over continuïteit te communiceren in zijn of haar controleverklaring. Het is wel van belang dat de toekomstbestendigheidsparagraaf niet een ‘boiler-plate text’ wordt waarin ieder jaar standaard dezelfde zinnen worden gepubliceerd. Daarnaast wil de NBA dat het verplicht wordt om het bestuursverslag te deponeren bij de Kamer van Koophandel, zodat dit beter toegankelijk wordt voor belangstellenden.
Publicaties
Duurzaamheid
Standpunt: De NBA is van mening dat ondernemers die een jaarverslag uitbrengen, hierin moeten rapporteren over hun klimaatprestaties.
De NBA stelt vast dat bedrijven niet of nauwelijks rapporteren over hun klimaatprestaties.
Accountants en financiële medewerkers binnen ondernemingen, samen met controlerende accountants, kunnen echter een belangrijke bijdrage leveren aan de onderbouwing van het broeikasgasbeleid. Om de klimaatdoelen te halen zijn registratie en verantwoording nodig. Dat geldt niet alleen voor de feitelijke uitstoot van broeikasgassen, maar ook voor de strategie die een onderneming voert en de aanpassing van de interne organisatie. Momenteel is bij wet[1] bepaald dat bepaalde grote ondernemingen en groepen in hun bestuursverslag mededeling moeten doen omtrent milieu-, sociale en personeelsaangelegenheden. De NBA is van mening dat de vermelding van doelen en prestaties op het gebied van klimaat, zoals CO₂-uitstoot, dienen te worden opgenomen in de 'niet-financiële informatie' van het bestuursverslag. Hiervoor dienen ondernemingen adequate meet- en rapportagesystemen in te richten. Dit verstevigt de concurrentiepositie van 'de goed-presteerders'; zij onderscheiden zich met objectieve informatie. Het bijtijds starten hiermee zal zelfs de Nederlandse concurrentiepositie ten goede komen, indien later de verplichting op Europees niveau wordt ingevoerd.
[1] PbEU 2014, L330, Besluit bekendmaking niet-financiële informatie ( https://wetten.overheid.nl/BWBR0039355/2017-03-24 )
Publicaties
- Klimaat is financieel - januari 2020
- NBA: Ondernemers moeten rapporteren over hun klimaatprestaties - het Financieele Dagblad - 13 maart 2019
- NBA-voorzitter: 'Alles op alles zetten voor duurzame transitie' - 3 september 2019
- CO2 op de financiële agenda - 6 december 2018
-
Open Brief- De rol van de accountant in de nieuwe economie (NBA/MVO NL)
Innovatie
Standpunt: De NBA bevordert de komst van de ‘Digitale snelweg’. Een snelweg waarbij financiële (verantwoordings-)informatie geautomatiseerd tussen organisaties kan worden uitgewisseld.
Bedrijven en andere organisaties moeten veel financiële informatie toesturen aan bijvoorbeeld toezichthouders, banken, KVK, de Belastingdienst of het CBS. Veel van deze informatie wordt door accountants opgesteld of gecontroleerd. Door financiële gegevens en accountantsverklaringen gedigitaliseerd te verzenden neemt de datakwaliteit toe, evenals de transparantie en de controleerbaarheid. Ook maakt digitalisering van de data een efficiënte verwerking mogelijk, met een hoog niveau van betrouwbaarheid. Al deze aspecten verminderen de administratieve lasten en versterken de infrastructuur van de Nederlandse economie. Het is dan wel zaak dat de overheid op haar beurt op de zelfde wijze ook gegevens beschikbaar stelt en retour stuurt: dus een digitale snelweg met tweerichtingsverkeer.
De NBA draagt actief bij aan de ontwikkeling en toepassing van Standard Business Reporting (SBR) en het Referentiegrootboekschema (RGS). SBR is de nationale standaard voor het samenstellen en aanleveren van financiële rapportages. SBR werkt met XBRL, een internationale standaard voor digitaal rapporteren. RGS is de nationale standaard voor de digitale uitwisseling van rapportages gebaseerd op grootboeksaldi. Specifiek voor haar leden ontwikkelt de NBA methodieken om digitale rapportages zo efficiënt en effectief mogelijk te controleren, zoals de SBR assurance oplossing en de technische controle aanpak voor ESEF. ESEF eveneens gebaseerd op XBRL is de Europese standaard waarmee uitgevende instellingen aan de AFM en KVK moeten deponeren.
Publicaties
Duurzaamheid
Standpunt: De NBA is van mening dat standaarden op het gebied van niet-financiële informatie op Europees niveau geharmoniseerd moeten worden.
Wereldwijd neemt het besef toe dat duurzaamheid geen keuze is, maar een noodzaak. Klimaat is financieel.
De NBA is van mening dat klimaatrisico’s en kansen een financiële dimensie hebben en zijn daardoor van belang voor de continuïteit van elke organisatie.
Momenteel is er helaas nog geen sprake van eenduidige en vergelijkbare verslaggeving rondom niet-financiële informatie (NFI). Beleggers en financiers hebben behoefte aan betrouwbare en vergelijkbare informatie, hetgeen nodig is om duurzaamheidsdoelen te bereiken. Hieraan kan de accountant vanuit diens maatschappelijke functie een belangrijke bijdrage leveren; of dat nu is in de rol van accountants in business, intern accountant of adviserend dan wel controlerend. Wat het echter niet gemakkelijk maakt, is het ontbreken van een uniforme verslaggevingsstandaard op dit gebied.
Daarom ondersteunt de NBA het initiatief van de Europese Commissie om de richtlijn van NFI te herzien en is de NBA van mening dat de focus moet liggen om zo snel mogelijk tot een Europees rapportage-framework voor NFI-standaarden te komen.
Publicaties
Contact

